Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor (één van) de in"Samenstelling" vermelde hulpstoffen. Bekende overgevoeligheid na voorgaande toediening van rotavirusvaccins. Voorgeschiedenis met darminvaginatie. Personen met een ongecorrigeerde aangeboren afwijking van het gastro-intestinale stelsel die gepredisponeerd zijn voor darminvaginatie. Personen met het ernstige gecombineerde immunodeficiëntiesyndroom (SCID). Toediening van Rotarix moet uitgesteld worden bij personen met acuut ernstige koorts. De aanwezigheid van een lichte infectie is geen contra-indicatie voor vaccinatie. De toediening van Rotarix moet worden uitgesteld bij personen met diarree of personen die overgeven.
Preventie van gastro-enteritis - Actieve immunisatie bij zuigelingen vanaf 6 weken, ter voorkoming van gastro-enteritis veroorzaakt door een rotavirusinfectie. - De werkzaamheid tegen gastro-enteritis veroorzaakt door rotavirus types G1P[8], G2P[4], G3P[8], G4P[8] en G9P[8] is aangetoond.
Zuigelingen en prematuren > 27 weken Eerste dosis vanaf een leeftijd van 6 weken Tweede dosis min. 4 weken later Vaccinatie liefst vóór de leeftijd van 16 weken afronden, ten laatste voor 24 weken Toedieningswijze Oraal gebruik Indien een zuigeling het grootste deel van het vaccin uitspuugt of uitbraakt, kan meteen een vervangende dosis gegeven worden
Welke stoffen zitten er in dit middel? De werkzame stof in dit middel is: Humaan rotavirus RIX4414 stam (levend, verzwakt)* niet minder dan 106.0 CCID50 geproduceerd op VERO-cellen De andere stoffen in dit middel zijn: sucrose, dinatrium adipaat, Dulbecco's Modified Eagle Medium (DMEM) (bevat fenylalanine, natrium, glucose en andere bestanddelen), steriel water, (zie ook rubriek 2, "Rotarix bevat sucrose, glucose, fenylalanine en natrium")