Rifampicine is specifiek actief bij snelgroeiende extra-cellulaire organismen, maar vertoont tevens een intracellulaire bactericide activiteit en een bactericide activiteit tegenover Mycobacterium tuberculosis met trage en intermitterende groei. Het is ook actief tegenover M. avium complex, M. kansasii en M. leprae. In vitro is rifampicine actief tegenover verschillende Gram-positieve en Gram-negatieve micro-organismen. Volgende soorten zijn gevoelig:Staphylococcus aureus, S. epidermidis, Streptococcus pyogenes, Neisseria gonorrhoeae, N. meningitidis, Haemophilus influenza, Proteus spp., Escherichia coli, Brucella spp. en Legionella pneumoniae. Zowel penicillinase-producerende als niet-penicillinase-producerende kiemen evenals de staphylokokken die resistent zijn tegenover bèta-lactam antibiotica, zijn gevoelig voor rifampicine.
Tuberculose Infecties Veroorzaakt door Mycobacterium avium complex (niet chromogene mycobacteriën van de groep III Runyon) en door M. kansasi In associatie met andere antimycobacteriële geneesmiddelen Lepra Bij lepromateuze en dimorfe lepra, teneinde een omzetting teweeg te brengen van de infectieuze naar de niet-infectieuze toestand In combinatie met ten minste één ander antilepra geneesmiddel toegediend worden Andere infecties Ernstige infecties veroorzaakt door micro-organismen gevoelig voor rifampicine zoals Staphylococcus aureus of S. epidermidis, tegenover meticilline resistente kiemen inbegrepen Infecties veroorzaakt door enterokokken In combinatie met een ander antibacterieel geneesmiddel dat gelijkaardige antibacteriële eigenschappen heeft. Profylaxe van meningokokkeninfecties Bij personen die in contact komen met personen met een meningokokkenmeningitis Rifampicine is niet aangewezen bij een behandeling van een meningokokkeninfectie omdat de mogelijkheid bestaat dat er snel resistente organismen optreden