Behandeling van milde refluxziekte en geassocieerde symptomen: bijvoorbeeld pyrosis, zuurregurgitatie, pijn bij het slikken. Langetermijnbehandeling en de preventie van recidieven van refluxoesofagitis. Preventie van gastroduodenale zweren geïnduceerd door niet-selectieve niet-steroïdale antiinflammatoire geneesmiddelen (NSAID's): bij risicopatiënten die een doorlopende behandeling met NSAID's nodig hebben.
Volwassenen en adolescenten > 12 jaar: SYMPTOMATISCHE GASTRO-OESOFAGEALE REFLUXAANDOENINGEN LANGDURIGE BEHANDELING EN VOORKOMEN VAN RECIDIEVEN VAN REFLUXOESOFAGITIS Een dosisaanpassing is aanbevolen bij ernstige leverinsufficiëntie. Toedieningswijze Aanbevolen dosis: 20 mg per dag. Verbetering van de symptomen: na 2 tot 8 weken. Preventie van recidief: 20 mg per dag 'on-demand'. Landurige behandeling: Aanbevolen onderhoudsdosis: 20 mg per dag. In geval van recidief: verhogen tot 40 mg per dag. Na genezing van het recidief: dosis terugbrengen naar 20 mg per dag. Volwassenen PREVENTIE VAN GASTRODUODENALE ULCERA GEÏNDUCEERD DOOR NSAID'S Aanbevolen dosis: 20 mg per dag. Orale toediening. De tabletten in hun geheel met water innemen, 1 u voor de maaltijd. De tabletten mogen niet gekauwd of fijngemaakt worden.
Welke stoffen zitten er in Pantoprazole EG? De werkzame stof in Pantoprazole EG is pantoprazol. Elke maagsapresistente tablet bevat 20 mg pantoprazol (als pantoprazol natrium-sesquihydraat). De andere stoffen in Pantoprazole EG zijn: Tabletkern Maltitol (E 965), crospovidon type B, natriumcarmellose, natriumcarbonaat (E 500), calciumstearaat Tabletomhulling Poly(vinylalcohol), talk (E 553b), titaniumdioxide (E 171), macrogol 3350, soyalecithine, ijzeroxide geel (E 172), natriumcarbonaat (E 500), methacrylzuur-ethylacrylaat-copolymeer (1:1), triethylcitraat (E 1505)