• Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de in "Samenstelling" vermelde hulpstoffen. • Aangetoond congestief hartfalen (NYHA II-IV), ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden en/of cerebrovasculaire ziekte. • Actieve maag- of darmzweer, bloeding of perforatie. • Voorgeschiedenis van gastro-intestinale bloeding of perforatie ten gevolge van een behandeling met NSAID's. Actieve, of eerder herhaald optredende maagbloeding/-zweer (twee of meer afzonderlijke episoden van bewezen ulceratie of bloeding) • Laatste trimester van de zwangerschap. • Ernstig leverfalen, nierfalen of hartfalen. • Zoals ook geldt voor andere niet-steroïde ontstekingsremmende geneesmiddelen (NSAID's), is Voltaren gecontra-indiceerd bij patiënten bij wie na het gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID's astma-aanvallen, urticaria of acute rinitis zijn opgetreden. • De Voltaren zetpillen mogen niet worden toegediend in geval van proctitis of rectitis.
Inflammatoire en degeneratieve aandoeningen van het bewegingsstelsel Rheumatoïde polyarthritis Spondylarthritis ankylopoëtica Arthrosen incl. spondylarthrosen Pijnlijke symptomen van de wervelkolom Abarticulaire inflammatoire aandoeningen Acute jichtaanvallen Posttraumatische- en postoperatieve pijn; ontsteking en zwelling bv. na tandheelkunde of orthopedie Gynaecologische pijnen en of ontstekingen bv. primaire dysmenorree Nier- of galkolieken Behandeling of preventie van postoperatieve pijn tijdens hospitalisatie
Intramusculaire injectie Algemeen: 1 ampul per dag. In ernstige gevallen zoals kolieken: tot 2 ampullen van 75 mg met een interval van enkele uren (1 in iedere bil). Max. 2 dagen toedienen. Intraveneuze infusie Behandeling van matige tot ernstige postoperatieve pij 75 mg als een continue infusie over een periode van 30 min. tot 2 u. Indien nodig kan de behandeling na enkele uren herhaald worden. Maximale dosis: 150 mg per 24 u. Preventie van postoperatieve pij Ladingsdosis van 25-50 mg na de heelkundige ingreep als infusie toegediend over 15 min. tot 1 u., gevolgd door een continue infusie van ongeveer 5 mg per uur Maximum dagdosis: 150 mg Toedieningswijze IM injectie: diep intramusculair (nooit subcutaan of als intraveneuze bolus), in het bovenste buitenste kwadrant van de gluteale streek IV infusie: onmiddellijk vóór het starten van de infusie moet de oplossing verdund worden met een 0,9 % NaCl-oplossing of een 5 % glucose oplossing voor infusie en gebufferd met natriumbicarbonaat