Tritace® bevat een geneesmiddel dat ramipril wordt genoemd. Dit behoort tot een groep van geneesmiddelen die "ACE-remmers" (Angiotensine-Conversie-Enzym remmers) worden genoemd.
Ramiprilaat, de actieve metaboliet van de prodrug ramipril, remt het enzym dipeptidylcarboxypeptidase I (synoniemen: angiotensine-conversie-enzym; kininase II). In plasma en weefsel katalyseert dit enzym de omzetting van angiotensine I tot de actieve vasoconstrictorische stof angiotensine II, alsook de afbraak van de actieve vasodilatator bradykinine. Een verminderde vorming van angiotensine II en een remming van de afbraak van bradykinine leiden tot vasodilatatie. Aangezien angiotensine II ook de vrijstelling van aldosteron stimuleert, veroorzaakt ramiprilaat een afname van de aldosteronsecretie. De gemiddelde respons op een monotherapie met een ACE-remmer was lager bij negroïde (Afro-Caribische) hypertensieve patiënten (gewoonlijk een hypertensieve populatie met een laag reninegehalte) dan bij niet-negroïde patiënten.
Hypertensie Reductie van cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit bij patiënten met manifeste atherotrombotische cardiovasculaire ziekte (voorgeschiedenis van coronair hartlijden of CVA, of perifeer vaatlijden) bij patiënten met diabetes en minstens een cardiovasculaire risicofactor tijdens de acute fase van myocardinfarct, bij patienten met klinische tekenen van hartinsufficientie indien de behandeling wordt gestart > 48 uur na een acuut myocardinfarct Nierziekte Glomerulaire diabetische nefropathie in een vroeg stadium gekenmerkt door de aanwezigheid van micro-albuminurie Manifeste glomerulaire diabetische nefropathie gekenmerkt door macroproteinurie bij patienten met minstens een cardiovasculaire risicofactor Manifeste glomerulaire niet-diabetische nefropathie gekenmerkt door macroproteinurie >= 3 g/dag Symptomatische hartinsufficientie
Hypertensie Startdosis: 1,25 - 2,5 mg /dag De dosis om de 2 - 4 weken verdubbelen Max. 10 mg /dag Cardiovasculaire preventie Startdosis: 2,5 mg, 1 x daags De dosis na 1 - 2 weken te verdubbelen en dan nog eens na 2 - 3 weken Onderhoudsdosis: 10 m Nierziekte Bij patienten met diabetes en micro-albuminurie Startdosis: 1,25 mg, 1 x daags De dosis geleidelijk verhogen tot 2,5 mg na 2 weken en tot 5 mg na nog eens 2 weken Bij patienten met diabetes en minstens een cardiovasculair risico Startdosis: 2,5 mg 1 x daags De dosis geleidelijk verhogen tot 5 mg na 2 weken en tot 10 mg na nog eens 2 weken Bij patienten met niet-diabetische nefropathie Startdosis: 1,25 mg 1 x daags De dosis geleidelijk verhogen tot 2,5 mg na 2 weken en tot 5 mg na nog eens 2 weken Symptomatische hartinsufficientie Startdosis: 1,25 mg per dag De dosis geleidelijk verhogen tot max. 10 mg in 2 toedieningen /dag Secundaire preventie na een acuut myocardinfarct De behandeling 48 uur na een myocardinfarct starten bij een klinisch en hemodynamisch stabiele patient Startdosis: 1,25 - 2,5 mg 2 x daags gedurende drie dagen De dosis om de 1 - 3 dagen verdubbelen tot 5 mg 2 x daags Toedieningswijze De tabletten elke dag op hetzelfde tijdstip innemen De tabletten kunnen met of na de maaltijden ingenomen worden, omdat de inname van voedsel geen invloed heeft op de biobeschikbaarheid. Inslikken met vloeistof, zonder kauwen of pletten