Triaxis (Tdap) is een vaccin. Vaccins worden gebruikt om te beschermen tegen infectieziekten. Ze werken door het lichaam aan te zetten om antilichamen aan te maken tegen de bacteriën die de beoogde ziekten veroorzaken. Dit vaccin wordt gebruikt om na afloop van een volledige vaccinatiereeks, de bescherming in stand te houden tegen difterie, tetanus en kinkhoest (pertussis) bij kinderen vanaf 4 jaar, bij adolescenten en volwassenen. Gebruik van Triaxis tijdens de zwangerschap zorgt ervoor dat bescherming aan uw kind in de baarmoeder wordt doorgegeven om hem of haar in de eerste paar levensmaanden te beschermen tegen kinkhoest.
Hoe en wanneer wordt Triaxis toegediend? Wanneer u of uw kind het vaccin zal krijgen Uw arts zal bepalen indien Triaxis geschikt is voor u of uw kind, afhankelijk van: welke vaccins in het verleden aan u of uw kind werden toegediend hoeveel doses van gelijkaardige vaccins in het verleden aan u of uw kind werden toegediend wanneer de laatste dosis van een gelijkaardig vaccin aan u of uw kind werd toegediend Uw arts zal beslissen hoe lang u moet wachten tussen de vaccinaties. Als u zwanger bent, zal de arts u helpen bij de beslissing om tijdens de zwangerschap Triaxis te ontvangen. Dosering en toedieningswijze Wie zal u Triaxis toedienen? Triaxis moet worden gegeven door zorgverleners die opgeleid zijn voor het gebruik van vaccins en in een ziekenhuis of consultatieruimte dat uitgerust is om eventuele zeldzame allergische reacties op het vaccin te kunnen opvangen. Dosering Alle leeftijdsgroepen voor wie Triaxis is bedoeld, krijgen één injectie (een halve milliliter) toegediend. Indien u of uw kind een verwonding krijgt die een handeling vereist ter voorkóming van tetanus, zal uw arts mogelijk beslissen om Triaxis te geven met of zonder tetanusimmunoglobuline. Triaxis kan worden gebruikt voor herhaaldelijke vaccinatie. Uw arts zal u advies geven over herhaalde vaccinatie. Toedieningswijze Uw arts of verpleegkundige zal u het vaccin toedienen in een spier in de streek van de buitenkant van de bovenarm (deltoïdspier). Uw arts of verpleegkundige zal u het vaccin niet toedienen in een bloedvat, in de dijen of onder de huid. In geval van bloedstollingstoornissen kunnen ze beslissen om de injectie onderhuids toe te dienen, hoewel dit kan leiden tot meer plaatselijke bijwerkingen, zoals een kleine zwelling onder de huid.
De werkzame stoffen in elke dosis (0,5 ml) van het vaccin zijn: Difterieanatoxine minimum 2 Internationale Units (2 Lf) Tetanusanatoxine minimum 20 Internationale Units (5 Lf) Kinkhoestantigenen: Kinkhoestanatoxine 2,5 microgram Filamenteus hemagglutinine 5 microgram Pertactine 3 microgram Fimbriale agglutinogenen types 2 en 3 5 microgram Geadsorbeerd op aluminiumfosfaat 1,5 mg (0,33 mg Al3+) In dit vaccin is aluminiumfosfaat opgenomen als adjuvans. Adjuvantia zijn stoffen die in bepaalde vaccins zijn opgenomen om de beschermende effecten van het vaccin te versnellen, te verbeteren en/of te verlengen. De andere stoffen in dit middel zijn: fenoxyethanol, water voor injecties