Ernstige pijn die alleen adequaat kan worden behandeld met opioïde analgetica. Oxycodone Teva is geïndiceerd bij volwassenen en kinderen van 12 jaar en ouder.
Dosering De dosering hangt af van de intensiteit van de pijn en de individuele gevoeligheid van de patiëntvoor de behandeling. De volgende algemene doseringsaanbevelingen zijn van toepassing: Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar Dosisinstelling en aanpassing In het algemeen is de aanvangsdosis voor opioïd-naïeve patiënten 10 mg oxycodonhydrochloride met tussenpozen van 12 uur. Sommige patiënten hebben baat bij eenaanvangsdosis van 5 mg om de incidentie van bijwerkingen te minimaliseren. Patiënten die al opioïden krijgen mogen de behandeling beginnen met hogere doseringen,waarbij er rekening wordt gehouden met hun ervaring met eerdere opioïd-behandelingen. Voor doseringen die met deze sterkte niet haalbaar/praktisch zijn, zijn er andere sterktesbeschikbaar. Volgens goed gecontroleerd, klinisch onderzoek komt 10-13 mg oxycodonhydrochlorideovereen met ongeveer 20 mg morfinesulfaat, beide in de verlengde afgifte formulering. Vanwege individuele verschillen in gevoeligheid voor verschillende opioïden wordt aangeradenom patiënten conservatief te laten beginnen met Oxycodone Teva tabletten met verlengdeafgifte nadat ze van andere opioïden zijn overgeschakeld, met 50-75% van de berekende dosisoxycodon. Sommige patiënten die Oxycodone Teva tabletten met verlengde afgifte volgens een vastdoseringsschema gebruiken, hebben analgetica met snelle afgifte nodig als rescuebehandeling om doorbraakpijn onder controle te brengen. Oxycodone Teva tabletten metverlengde afgifte zijn niet geïndiceerd voor de behandeling van acute en/of doorbraakpijn. Deenkelvoudige dosis van de rescue-medicatie moet 1/6 van de equi-analgetische dagelijksedosis van Oxycodone Teva tabletten met verlengde afgifte bedragen. Het gebruik van derescue-medicatie meer dan tweemaal daags geeft aan dat de dosis van de Oxycodone Tevatabletten met verlengde afgifte verhoogd moet worden. De dosering dient niet vaker dan eensper 1-2 dagen aangepast te worden totdat een stabiele tweemaaldaagse toediening is bereikt.Na een dosisverhoging van 10 mg naar 20 mg elke 12 uur in te nemen, moet dosisaanpassingworden gedaan in stappen van ongeveer eenderde van de dagelijkse dosis. Het doel is tekomen tot een patiënt-specifieke dosis die, met een tweemaaldaagse toediening, voldoendeanalgesie biedt met aanvaardbare bijwerkingen en zo min mogelijk rescue-medicatie zolangpijnbestrijding nodig is. Voor de meeste patiënten is een gelijkmatige verdeling ('s morgens en 's avonds dezelfdedosering) volgens een vast doseringsschema (elke 12 uur) geschikt. Bij sommige patiënten kanhet voordeliger zijn de doseringen ongelijk te verdelen. In het algemeen moet de laagste,effectief pijnstillende dosis worden gekozen. Voor de behandeling van niet-maligne pijn is eendagelijkse dosis van 40 mg meestal voldoende, maar hogere doseringen kunnen noodzakelijkzijn. Patiënten met kankergerelateerde pijn kunnen doseringen van 80 tot 120 mg nodighebben, die in individuele gevallen verhoogd kunnen worden tot maximaal 400 mg. Als noghogere doses nodig zijn, moet de dosis individueel worden bepaald, waarbij de werkzaamheidin evenwicht moet zijn met de tolerantie en de kans op bijwerkingen. Duur van de behandeling Oxycodone Teva, tabletten met verlengde afgifte dienen niet langer te worden gebruikt dannoodzakelijk. Indien langetermijnbehandeling nodig is vanwege het type en de ernst van deziekte, is een zorgvuldige en regelmatige controle nodig om te bepalen of en in hoeverre debehandeling moet worden voortgezet. Stoppen met de behandeling Indien een patiënt geen behandeling met oxycodon meer nodig heeft, is het raadzaam om dedosering geleidelijk te verlagen om ontwenningsverschijnselen te voorkomen. Pediatrische patiënten Er zijn geen onderzoeken geweest bij kinderen onder de 12 jaar, derhalve moetoxycodonhydrochloride niet gebruikt worden bij patiënten onder de 12 jaar. Oudere patiënten Aanpassing van de dosis is meestal niet nodig bij oudere patiënten. Patiënten met nier- of leverinsufficiëntie