Havrix mag niet toegediend worden aan personen met een bekende overgevoeligheid voor één van de werkzame stoffen van het vaccin (zie rubriek 2 “Kwalitatieve en kwantitatieve "Samenstelling"”) of voor één van de in "Samenstelling" vermelde hulpstoffen) noch aan hen die overgevoeligheidstekenen vertoonden bij een voorgaande toediening van Havrix.
Volwassenen en kinderen > 16 jaar De eerste dosis injecteren Een tweede dosis (booster) 6 - 12 maanden na de eerste dosis injecteren Toedieningswijze Intramusculair injecteren in de deltoideus-streek Uitzonderlijk subcutaan bij trombocytopenie of kans op ernstige bloedingen (min. 2 minuten een sterke druk uitoefenen op de injectieplaats)
Welke stoffen zitten er in Havrix 1440? De werkzame stoffen van 1 dosis (1 ml) zijn: o Antigen van geïnactiveerd hepatitis A-virus (stam HM175) 1440 ELISA-eenheden o Geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide totaal: 0,5 mg Al3+ De andere stoffen in dit middel zijn: polysorbaat 20, aminozuren voor injectie (waaronder fenylalanine), dinatriumfosfaat, monokaliumfosfaat, natriumchloride, kaliumchloride en water voor injecties (zie rubriek 2).