• Overgevoeligheid voor de werkzame stof (ijzerdextraan) of voor één van de in "Samenstelling" vermelde hulpstoffen.. • Bekende ernstige overgevoeligheid voor andere parenteraal toegediende ijzerproducten. • Anemie die niet wordt veroorzaakt door ijzertekort (b.v. hemolytische anemie). • IJzer-'overload' of stoornissen in het ijzerverbruik (b.v. hemochromatose, hemosiderose). • De intraveneuze injectie moet niet aan patiënten met astma, allergisch eczeem of een andere atopische allergie in de anamnese gegeven worden. • Gedecompenseerde levercirrose en hepatitis. • Acute of chronische infecties, omdat parenterale ijzertoediening bacteriële of virale infecties kan verergeren. • Reumatoïde artritis met symptomen of tekenen van actieve ontsteking. • Acuut nierfalen.
Volwassenen en kinderen > 14 jaar Gebruikelijk: 2 à 4 ml (= 100 à 200 mg ijzer), 2 tot 3 x/week afhankelijk van het hemoglobinegehalte Snelle aanvulling van de ijzervoorraard: totale dosis infusie met max. dosis 20mg ijzer/kg lichaamsgewicht Dosisberekening: zie bijsluiter Toedieningswijze Testdosis: 25 mg ijzer/1 à 2 min. Indien geen bijwerkingen binnen de 15 min: injectie van de resterende dosis 100-200 mg ijzer (2-4 ml) verdunnen in 100 ml 0,9% natriumchloride- of 5% glucoseoplossing Toedieningssnelheid: max. 100 ml/30min 100-200 mg ijzer (2-4 ml) verdunnen in 10-20 ml 0,9% natriumchloride- of 5% glucoseoplossing. Toedieningssnelheid: max. 0,2 ml/mi De totale benodigde hoeveelheid Fercayl (max. 20 mg/kg) toevoegen aan het vereiste volume (algemeen 500 ml steriele 0,9% natriumchloride- of 5% glucoseoplossing). Verdunning aseptisch bereiden en onmiddelijk toedienen Infusiesnelheid mag progressief verhoogd worden tot 45-60 druppels per minuut over een periode van 4-6uur Observatie tijdens infusie en gedurende min. 1 uur na afloop ervan Rechtstreekse injectie in veneuze bloedlijn: zie IV toediening. Enkel bij 1e toediening: testdosis van 25 mg ijzer (0,5 ml). Indien na 60 min. geen bijwerkingen: resterende dosis injecteren Max. 100 mg ijzer (2 ml) per injectie Frequentie Matig actieve patiënt: dagelijks Inactieve of bedlegerige patiënt: max 1 à 2 injecties/week Injectie afwisselend in elk van beide bilspieren. Voor verdere toelichting: zie bijsluiter
De werkzame stof is ijzer element 50 mg/ml onder de vorm van een ijzer (III) hydroxidedextraancomplex. Een ampul van 2 ml bevat 100 mg ijzer element. De andere stoffen zijn natriumchloride, fenol en water voor injecties.