Overgevoeligheid voor cefuroxim of voor één van de in "Samenstelling" vermelde hulpstoffen. Patiënten met bekende overgevoeligheid voor cefalosporine-antibiotica. Een geschiedenis van ernstige overgevoeligheid (bijvoorbeeld anafylactische reactie) voor elke andere vorm van bètalactamantibiotica (penicillines, monobactams en carbapenems).
van de luchtwegen van het genito-urinair stelsel van de huid en weke weefsels van de beenderen en gewrichten van gynecologische, obstetrische en heelkundige infecties, gonorroe NKO-infecties septicemie
Volwassenen Matig ernstige infecties: 750 mg 3x/dag IV of IM Ernstige infecties: 1,5 g 3 x/dag IV, tot max 4 x/dag Gonorroe: een eenmalige dosis van 1,5 g IM (2 injecties van 750 mg, één in elke bilspier) Kinderen Pasgeborenen Profylaxe 1,5 g IV bij de inductie van de anesthesie Indien nodig max. 2 à 3 x 750 mg/dag IM tijdens de volgende 24 - 48 u Orthopedische ingrepen: 1,5 g Zinacef° mengen met prothesemateriaal + parenteraal toedienen Toedieningswijze
Welke stoffen zitten er in Zinacef? 750 mg poeder voor oplossing voor injectie De werkzame stof in Zinacef is cefuroxim. Elke injectieflacon bevat 750 mg cefuroxim (onder vorm van natriumcefuroxim). 1,5 g poeder voor oplossing voor injectie De werkzame stof in Zinacef is cefuroxim. Elke injectieflacon bevat 1,5 g cefuroxim (onder vorm van natriumcefuroxim). Er zitten geen andere bestanddelen in Zinacef.