Doeldier : honden en katten Hond: Postoperatieve analgesie. Versterking van de sedatieve effecten van centraal-werkende middelen. Kat: Postoperatieve analgesie.
Dosering voor elke diersoort, toedieningswijzen en toedieningswegen Goed schudden voor gebruik. Een nauwkeurig gegradueerde spuit moet gebruikt worden om een accurate dosering te kunnen garanderen. Diersoort Toedieningsweg Post-operatieve analgesie Potentiering van sedatie Hond Intramusculaire of intraveneuze injectie 10-20 µg per kg (0,3-0,6 ml per 10 kg). Voor bijkomende pijnbestrijding, herhaal indien noodzakelijk na 3-4 uur met 10 µg per kg of na 5-6 uur met 20 µg per kg. 10-20 µg per kg (0,3-0,6 ml per 10 kg). Kat Intramusculaire of intraveneuze injectie 10-20 µg per kg (0,3-0,6 ml per 10 kg). Herhaal éénmaal indien noodzakelijk na 1-2 uren. Aanwijzingen voor een juiste toediening Goed schudden voor gebruik. Terwijl sedatieve effecten al aanwezig zijn 15 minuten na de toediening, wordt de analgetische activiteit merkbaar na ongeveer 30 minuten. Om zeker te stellen dat analgesie aanwezig is tijdens de operatie en onmiddellijk bij de recovery, kan het diergeneesmiddel preoperatief toegediend worden als onderdeel van de premedicatie. Indien bijkomende analgesie wordt vereist, kan dit verkregen worden door een aanvullende dosis van the diergeneesmiddel toe te dienen of door gelijktijdig gebruik van een geschikte, inspuitbare NSAID.