Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de in "Samenstelling". vermelde hulpstoffen. Niet-intraveneuze vormen van salbutamol mogen niet worden gebruikt om een ongecompliceerde voortijdige arbeid of dreigende miskraam tegen te houden.
Symptomatische behandeling van bronchospasmen ten gevolge van astma, chronisch obstructieve bronchitis, emfyseem en longaandoeningen waarbij bronchospasme een complicerende factor is Symptomatische "indien nodig" behandeling van de acute opstoten bij licht astma Symptomatische "indien nodig" behandeling van de acute opstoten bij matig tot ernstig astma bij basisbehandeling met corticoïden Preventie en behandeling van symptomen als de patiënt een aanval voelt aankomen (met name inspanningsastma en allergisch astma in geval van onvermijdbaar blootstelling aan een allergeen)
Intermitterende toediening Hetzij 0,5 - 1,0 ml Ventolin oplossing verdunnen in 2 ml tot 4 ml fysiologisch serum voor injectie. De oplossing wordt ingeademd met behulp van een vernevelaar tot de aërosolproductie ophoudt (± 10 - 15 minuten) Hetzij 2,0 ml Ventolin oplossing in de vernevelaar brengen. De oplossing inhaleren totdat bronchodilatatie bekomen wordt, normaal na 3 tot 5 minuten. Voor bepaalde patiënten die hogere dosissen Ventolin (tot 10 mg) nodig hebben, zal de oplossing geïnhaleerd worden tot de aërosolproductie ophoudt De gebruikelijke dosis is 0,5 ml verdund in 2 of 2,5 ml physiologisch serum Sommige kinderen (ouder dan 18 maanden) kunnen echter hogere dosissen van salbutamol nodig hebben gaande tot 5 mg (1 ml) De internitterende toediening mag 4 maal per dag herhaald worden Continue toediening 1 tot 2 ml Ventolin-oplossing verdunnen in 100ml fysiologisch serum om 50 tot 100 microgram salbutamol per ml te bekomen. De oplossing als aërosol toedienen door middel van een vernevelaar. De toedieningssnelheid bedraagt 1 tot 2 mg per uur Ernstige bronchospasmen: een dosis van 1 tot 2 ml Ventolin per uur toedienen onder intermitterende respiratoire overdruk van lucht die verrijkt is met zuurstof. Het volume van de luchtstroom moet minstens 300 tot 400 ml bereiken; hiervoor kan een inspiratoire druk van 40 cm water vereist zijn. Zodra het bronchospasme begint af te nemen, gewoonlijk na een vijftiental minuten, en zodra er een klinische verbetering merkbaar is, moet de inspiratoire druk verlaagd worden tot 15 of 20 cm water. De duur van de inhalaties moet bepaald worden naargelang de toestand van elk individu 1 tot 2 ml Ventolin-oplossing verdunnen in 100 ml fysiologisch serum om 50 tot 100 microgram salbutamol per ml te bekomen. De oplossing als aërosol toedienen door middel van een vernevelaar. De toedieningssnelheid bedraagt 1 tot 2 mg per uur Ernstige bronchospasmen: een dosis van 1 tot 2 ml Ventolin per uur toedienen onder intermitterende respiratoire overdruk van lucht die verrijkt is met zuurstof. Het volume van de luchtstroom moet minstens 300 tot 400 ml bereiken; hiervoor kan een inspiratoire druk van 40 cm water vereist zijn. Zodra het bronchospasme begint af te nemen, gewoonlijk na een vijftiental minuten, en zodra er een klinische verbetering merkbaar is, moet de inspiratoire druk verlaagd worden tot 15 of 20 cm water. De duur van de inhalaties moet bepaald worden naargelang de toestand van elk individu