Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor (één van) de in "Samenstelling" vermelde hulpstoffen. Ernstige ademhalingsinsufficiëntie. Ernstige leverinsufficiëntie. Acuut alcoholisme of delirium tremens. Gelijktijdige toediening van opioïdeantagonisten (naltrexon, nalmefeen) voor de behandeling van alcohol- of opioïdeafhankelijkheid.
Volwassenen en kinderen > 15 j Startdosis: 1 tot 2 tabletten Indien nodig, een bijkomende dosis van 1 tot 2 tabletten toedienen op dag 1 Opioïdverslaafden die geen ontwenningskuur hebben gevolgd: het eerste tablet innemen wanneer ontwenningsverschijnselen optreden, maar minstens 6 uur na het laatste gebruik van opioïden Voor patiënten die methadon krijgen, moet de dosis methadon tot een maximum van 30 mg/dag worden verminderd Onderhoudsdosis: de dosis verhogen in stappen van 2-8 mg tot max. 24 mg/dag Na stabilisatie de dosis geleidelijk afbouwen Toedieningswijze Het tablet onder de tong houden totdat hij opgelost is (gewoonlijk na 5 à 10 minuten) De patiënt mag niet drinken of eten voordat het tablet volledig is opgelost
Elke film van 2 mg/0,5 mg bevat 2 mg buprenorfine (als hydrochloride) en 0,5 mg naloxon (als hydrochloridedihydraat). Elke film van 4 mg/1 mg bevat 4 mg buprenorfine (als hydrochloride) en 1 mg naloxon (als hydrochloridedihydraat). Elke film van 8 mg/2 mg bevat 8 mg buprenorfine (als hydrochloride) en 2 mg naloxon (als hydrochloridedihydraat). Elke film van 12 mg/3 mg bevat 12 mg buprenorfine (als hydrochloride) en 3 mg naloxon (als hydrochloridedihydraat). De andere stoffen in dit middel zijn macrogol, vloeibare maltitol, natuurlijke limoensmaak, hypromellose, citroenzuur, acesulfaamkalium, natriumcitraat, zonnegeel (E 110) en witte inkt.