Doeldier : katten Voor katten met, of die het risico lopen op, gemengde parasitaire infestaties door teken en vlooien, luizen, mijten, gastro-intestinale nematoden of hartworm. Het diergeneesmiddel is uitsluitend geïndiceerd wanneer tegelijkertijd toepassing tegen teken én een of meerdere van de andere doelparasieten aangewezen is. Ectoparasieten: - Voor de behandeling en preventie van vlooieninfestaties (Ctenocephalides spp.). Het diergeneesmiddel heeft een onmiddellijke en aanhoudende vlo-dodende werking tegen nieuwe infestaties gedurende 5 weken. Het diergeneesmiddel doodt volwassen vlooien voordat ze eitjes leggen gedurende 5 weken. Door de ovicide en larvicide werking kan het diergeneesmiddel helpen bij de bestrijding van in de omgeving aanwezige vlooieninfestaties in ruimtes waar het dier mag komen. - Het diergeneesmiddel kan gebruikt worden als onderdeel van een behandelstrategie tegen vlooienallergiedermatitis (VAD). - Behandeling van tekeninfestaties. Het diergeneesmiddel heeft een onmiddellijke en aanhoudende acaricide werking gedurende 5 weken tegen Ixodes ricinus en Ixodes hexagonus en 4 weken tegen Dermacentor reticulatus en Rhipicephalus sanguineus. - Behandeling van oormijten (Otodectes cynotis). - Behandeling van infestaties met bijtende luizen (Felicola subrostratus). Teken moeten aanhechten aan de gastheer en beginnen met voeden om aan sarolaner te worden blootgesteld. Nematoden: - Behandeling van volwassen rondwormen (Toxocara cati) en volwassen intestinale haakwormen (Ancylostoma tubaeforme). - Preventie van hartwormziekte veroorzaakt door Dirofilaria immitis indien maandelijks toegediend.