HOE GEBRUIKT U ATROPINE SULFATE STEROP? Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. ATROPINE SULFATE STEROP wordt via subcutane, intramusculaire of langzame intraveneuze weg toegediend. De ingespoten hoeveelheden variëren in functie van het gewenste effect en de leeftijd van de patiënt. ATROPINE SULFATE STEROP moet onder medisch toezicht toegediend worden. Aanbevolen dosering bij volwassenen Als chirurgische premedicatie: 0,5 tot 1 mg Cardiologie: 0,5 tot 1 mg via langzame intraveneuze weg gevolgd door opeenvolgende doses van 0,5 mg indien nodig. Krampstillend middel: 0,25 mg tot 1mg om de zes uur. Als tegengif: onmiddellijke, initiële dosis van 1 tot 2 mg per langzame intraveneuze weg, gevolgd door 1 mg om het half uur tot de volledige drooglegging van de bronchiale secretie. De dosering zal afnemen bij oudere personen alsook bij patiënten met een nier- of leverinsufficiëntie. Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar Als chirurgische premedicatie: in functie van het lichaamsgewicht, bij subcutaan gebruik toegediend: o Gewicht van 3 kg: 1/10 mg (0,1 mg) o Gewicht tussen 7 en 9 kg: 1/5 mg (0,2 mg) o Gewicht tussen 12 en 16 kg: 3/10 mg (0,3 mg) o Gewicht tussen 20 en 27 kg: 4/10 mg (0,4 mg) o Gewicht van 32 kg: 5/10 mg (0,5 mg) o Gewicht van 41 kg: 6/10 mg (0,6 mg) Cardiologie: bij hart-long reanimatie, in functie van de leeftijd van 0,03 tot 0,04 mg/kg of 0,01 tot 0,02 mg/kg met een minimum van 0,1 mg, twee tot drie maal herhaald indien nodig. Krampstillend middel: in functie van de leeftijd, 0,25 mg tot 0,5 mg als eenmalige dosis. Als tegengif: testdosis van 0,01 mg/kg gevolgd door 0,05 mg/kg per langzame intraveneuze weg om de 10 tot 30 minuten indien nodig.
De werkzame stof in dit geneesmiddel is atropinesulfaat. De andere stoffen in dit geneesmiddel zijn natriumchloride (zie rubriek 2 ATROPINE SULFATE STEROP bevat ) en water voor injecties.