Het gebruik van Sorbisterit is gecontra-indiceerd bij patiënten met: - Plasma kaliumconcentraties lager dan 5 mmol/l - Aandoeningen geassocieerd met hypercalciëmie (zoals hyperthyroidie, multipel myeloom, sarcoïdose en metastisch carcinoom) overgevoeligheid voor het actief bestanddeel of voor één van de hulpstoffen - obstructieve darmziekte - verminderde motiliteit van de darm - gelijktijdige toediening van sorbitol (zie sectie: "Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie") - risico op colonnecrose Pasgeborenen: Sorbisterit mag niet oraal toegediend worden aan pasgeborenen en is eveneens , onder eender welke toedingsweg, gecontra-indiceerd bij pasgeborenen met een verminderde darmmotiliteit (bv. post-operatief of geneesmiddelen-geïnduceerd).
Volwassenen Oraal: 20 g (= 1 maatje), 1 - 3 x /dag Rectaal: 40 g in een verblijfslavement), 1 - 3 x /dag Kinderen Oraal: 0,5 - 1 g/kg lichaamsgewicht /dag, verspreid in min. 3 innamen /24 u Rectaal: minstens de orale dosis in een verblijfslavement Pasgeborenen Rectaal: 0,5 - 1 g/kg lichaamsgewicht /dag, in een verblijfslavement Toedieningswijze Oraal Het poeder in suspensie brengen in 150 ml water, thee of frisdrank (geen fruitsap) Met voedsel Rectaal: het poeder in suspensie brengen in 150 ml 5% glucose oplossing, indien mogelijk 6 uur op te houden
De werkzame stof in dit medicijn is calciumpolystyreensulfonaat. 1 g Sorbisterit bevat 759 tot 949 mg calciumpolystyreensulfonaat. 20 g Sorbisterit bevat 15,18 tot 18,98 g calciumpolystyreensulfonaat. De andere stoffen in dit medicijn zijn sucrose en citroenzuur.