Overgevoeligheid voor escitalopram of voor één van de hulpstoffen. Gelijktijdige behandeling met niet selectieve, irreversibele mono-amino-oxidase inhibitoren (MAO-remmers) is tegenaangewezen wegens het risico op optreden van een serotoninesyndroom gepaard met agitatie, tremor, hyperthermie, enz (zie rubriek Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie). De combinatie van escitalopram met reversibele MAO-A inhibitoren (vb. moclobemide) of de reversibele niet selectieve MAO inhibitor, linezolide, is tegenaangewezen wegens het risico op optreden van een serotoninesyndroom (zie rubriek Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie).
Depressieve episodes Paniekstoornis met of zonder agorafobie Sociale angststoornis (sociale fobie) Gegeneraliseerde angststoornis Obsessieve-compulsieve stoornis
Welke stoffen zitten er in Sipralexa? De werkzame stof in dit middel is escitalopram. Elke tablet Sipralexa bevat 5 mg, 10 mg, 15 mg of 20 mg van het actief bestanddeel escitalopram (als oxalaat). De andere stoffen in dit middel zijn: Kern: microkristallijne cellulose verkiezeld, talk, natriumcroscarmellose en magnesiumstearaat. Omhulling: hypromellose, macrogol 400 en titaandioxide (E171).