bij patiënten met depressie of bij patiënten met een recurrente depressie in de voorgeschiedenis . - bij patiënten met symptomen van de ziekte van Parkinson of andere extrapiramidale stoornissen in de anamnese . - overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (één van) de in "Samenstelling" vermelde hulpstof(fen).
Migraine Patiënten < 65 j: 10 mg per dag Patiënten > 65 j: 5 mg per dag De behandeling stopzetten indien geen significante verbetering na 2 maanden wordt waargenomen Hetzij de dosis verlagen; Hetzij om de 2 dagen innemen; Hetzij innemen gedurende 5 dagen telkens gevolgd door 2 opeenvolgende medicatievrije dagen per week De onderhoudsbehandeling stopzetten na 6 maanden Indien de patiënt hervalt, mag een nieuwe behandeling worden ingesteld Vertigo Dezelfde dosis als bij migraine De behandeling niet langer voortzetten dan nodig is om de symptomen onder controle te krijgen. Dit duurt meestal niet langer dan 2 maanden De behandeling stopzetten indien na 1 maand behandeling van chronische vertigo en na 2 maanden behandeling van paroxismale vertigo geen significante verbetering wordt vastgesteld Toedieningswijze 's avonds innemen