Reumatoïde artritis In combinatie met methotrexaat. Bij matig-ernstige tot ernstige reumatoïde artritis bij volwassen patiënten met onvoldoende respons op eerdere therapie met één of meer Disease-Modifying Anti-Rheumatic Drugs (DMARDs) inclusief methotrexaat of een tumornecrosefactor (TNF)-alfa-remmer.
Volwassenen Subcutane injectie van 125 mg eenmaal per week. Kan zowel met als zonder een intraveneuze oplaaddosis (IV) worden gestart. Eerste dosis binnen 24 u na oplaaddosis via een intraveneuze infusie. Toedieningswijze Subcutane injectie. Injectieplaatsen moeten afgewisseld worden. Injecties mogen nooit toegediend worden op plaatsen waar de huid gevoelig, gekneusd, rood of hard is. Als een zorgverstrekker heeft bepaald dat dit kan, kan een patiënt na de benodigde training in de subcutane toedieningstechniek zichzelf injecteren.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke injectieflacon bevat 250 mg abatacept. Elke ml bevat na bereiding van het concentraat 25 mg abatacept. Abatacept is een fusie-eiwit verkregen door recombinant DNA technologie uit ovariumcellen van Chinese hamsters. Hulpstof met bekend effect natrium: 0,375 mmol (8,625 mg) per injectieflacon Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.