Ziekte van Parkinson als monotherapie (d.w.z. zonder levodopa) voor de behandeling van de tekenen en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium; of in combinatie met levodopa: als het effect van levodopa afneemt of inconsistent wordt en schommelingen van het therapeutische effect optreden (aan het einde van een dosisinterval of "onoff"-schommelingen) d.w.z. gedurende het verloop van de ziekte tot en met de late fasen.
Volwassenen Startdosis: 2mg/24u Verhoging in wekelijkse stappen van 2mg/24u tot een effectieve dosis (gewoonlijk 6 tot 8mg/24u) Maximale dosis: 8mg/24u Beëindiging van de behandeling in stappen van 2mg/24u om de andere dag Startdosis: 4mg/24u Verhoging in wekelijkse stappen van 2mg/24u tot een effectieve dosis (gewoonlijk 8mg/24u) Maximale dosis: 16mg/24u Beëindiging van de behandeling in stappen van 2mg/24u om de andere dag Dosisaanpassingen zijn aangewezen als de leverfunctie verslechtert Toedieningswijze De pleister 1 x /dag op ongeveer hetzelfde tijdstip aanbrengen, op een schone, droge, onbeschadigde en gezonde huid De pleister blijft gedurende 24 uur op de huid en wordt daarna vervangen door een nieuwe pleister op een andere toedieningsplaats De pleister moet worden aangebracht op de buik, dij, heup, zij, schouder of bovenarm. Men dient te voorkomen dat een volgende pleister binnen 14 dagen op dezelfde plaats wordt aangebracht Elke pleister dient te worden aangebracht direct nadat het zakje is geopend. De ene helft van de beschermstrook dient te worden verwijderd en de plakstrook dient te worden aangebracht en stevig op de huid te worden gedrukt. Daarna wordt de pleister teruggevouwen en wordt het tweede gedeelte van de beschermstrook verwijderd. De plakzijde van de pleister mag niet worden aangeraakt. De pleister dient stevig te worden aangedrukt met de palm van de hand gedurende ongeveer 20 tot 30 seconden, zodat deze goed vastzit Als de patiënt de pleister vergeet aan te brengen op het gebruikelijke tijdstip van de dag of als de pleister losraakt, moet een nieuwe pleister worden aangebracht voor de rest van het 24-uur-doseringsinterval De pleister mag niet in stukken te worden geknipt
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik Elke pleister geeft 1 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 5 cm2 bevat 2,25 mg rotigotine. Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik Elke pleister geeft 3 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 15 cm2 bevat 6,75 mg rotigotine. Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 10 cm2 bevat 4,5 mg rotigotine. Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 20 cm2 bevat 9,0 mg rotigotine. Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 30 cm2 bevat 13,5 mg rotigotine. Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 40 cm2 bevat 18,0 mg rotigotine. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.