Lasix® behoort tot de groep van de diuretica.
Lasix® is aangewezen bij:
vochtophoping (oedeem) veroorzaakt door hart- of vaataandoeningen, lever- of nieraandoeningen of door trombose.
vochtophoping in de longen (longoedeem).
oedemen veroorzaakt door brandwonden.
vergiftiging (intoxicatie) door slaapmiddelen.
licht of matig verhoogde bloeddruk.
De diuretische werking van furosemide steunt op de inhibitie van de chloride en de natrium reabsorptie in de stijgende buis van de lis van Henle, voornamelijk in het medullaire, maar ook in het corticale deel. Door hetzelfde mechanisme wordt ook de kalium-excretie verhoogd.
Door de korte werkingsduur van het product wordt dit verlies snel aangevuld door kaliumresorptie buiten de diurese-perioden. Er werd ook een verhoging van het magnesium-verlies waargenomen, maar de klinische gevolgen hiervan zijn niet duidelijk. Een vermindering van het serummagnesium doet zich over het algemeen niet voor.
Furosemide heeft ook een directe vasodilaterende werking. Bij patiënten met hypertensie wordt de norepinephrine-gevoeligheid van de vaatwand verminderd.
Lasix doet over het algemeen de water- en zoutuitscheiding toenemen. Zijn werking wordt niet beïnvloed door een verminderde glomerulaire filtratie, noch door een hypoalbuminemie, noch door acidotische stofwisselingsstoornissen.
Oedeem
Als gevolg van hart of leverziekten (ascites = ophoping van vocht in de buikholte)
Van renale oorsprong. Bij een nefrotisch syndroom, wanneer een etiologische behandeling met corticosteroïden faalde of in het geval van een corticoïde-intolerantie
Veroorzaakt door veneuze insufficiëntie of door trombose
Ten gevolge van brandwonden
Essentiële hypertensie
Van lichte of matige graad
Volwassenen en kinderen vanaf 15 jaar
Begindosis: 20 tot 40 mg /dag
Onderhoudsdosis: 20 mg /dag of 40 mg om de 2 dagen
Indien nodig te verhogen tot max. 120 mg/dag
Dosisaanpassingen zijn aangewezen bij nierinsufficiëntie
Begindosis: 30 mg /dag
Indien nodig te verhogen tot max. 60 mg/dag, dan eventueel met een niet diuretisch antihypertensivum combineren
Dosisaanpassingen zijn aangewezen bij nierinsufficiëntie
Zuigelingen en kinderen < 15 jaar
Dagelijkse dosis: 1 - 3 mg /kg lichaamsgewicht tot max. 40 mg /dag
Dosisaanpassingen zijn aangewezen bij nierinsufficiëntie
Toedieningswijze
De tabletten, zonder kauwen, op nuchtere maag, met een weinig vloeistof innemen, bij voorkeur 's morgens
De laatste dosis van de dag moet in de vroege namiddag ingenomen worden om diurese tijdens de nacht te vermijden