De dosering en de duur van de substitutietherapie zijn afhankelijk van de ernst van de factor VIII-deficiëntie, de plaats en de omvang van de bloeding en de klinische toestand van de patiënt.
Een tabel met referentiewaarden wordt in de bijsluiter gegeven.
In sommige gevallen, vooral bij jongere patiënten, kan een kortere tussenpoos of een hogere dosis nodig zijn.
Kinderen van 0-12 jaar: 20 - 50 IE factor VIII/kg lichaamsgewicht 3-4 x/week of om de dag.
Patiënten moeten gecontroleerd worden op de ontwikkeling van factor VIII-remmers, die verhinderen dat de verwachte plasmawaarden worden bereikt.
Toedieningswijze
IV injectie gedurende een periode van 2 tot 5 minuteneuze toediening.
Toedieningssnelheid: max. 2 ml/min.
Reconstructie enkel toegelaten met het bijgeleverde oplosmiddel in de voorgevulde spuit (2,5 ml of 5 ml water voor injectie) en de injectieflacon-adapter.
Na bereiding wordt de oplossing teruggezogen in de injectiespuit.
Het gereconstitueerde product moet vóór toediening worden gefiltreerd met gebruik van de injectieflaconadapter.
Bloedingen en chirurgische ingrepen De dosering en de duur van de substitutietherapie zijn afhankelijk van de ernst van de factor VIII-deficiëntie, de plaats en de omvang van de bloeding en de klinische toestand van de patiënt. Een tabel met referentiewaarden wordt in de bijsluiter gegeven. Langetermijnpreventie Volwassenen en kinderen > 12 jaar: 20 - 40 IE factor VIII/kg lichaamsgewicht, 2-3 maal/week. In sommige gevallen, vooral bij jongere patiënten, kan een kortere tussenpoos of een hogere dosis nodig zijn. Kinderen van 0-12 jaar: 20 - 50 IE factor VIII/kg lichaamsgewicht 3-4 x/week of om de dag. Patiënten moeten gecontroleerd worden op de ontwikkeling van factor VIII-remmers, die verhinderen dat de verwachte plasmawaarden worden bereikt. Toedieningswijze IV injectie gedurende een periode van 2 tot 5 minuteneuze toediening. Toedieningssnelheid: max. 2 ml/min. Reconstructie enkel toegelaten met het bijgeleverde oplosmiddel in de voorgevulde spuit (2,5 ml of 5 ml water voor injectie) en de injectieflacon-adapter. Na bereiding wordt de oplossing teruggezogen in de injectiespuit. Het gereconstitueerde product moet vóór toediening worden gefiltreerd met gebruik van de injectieflaconadapter.