Epilepsie MONOTHERAPIE Partieel beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie bij volwassenen en kinderen vanaf 16 jaar met nieuw gediagnosticeerde epilepsie. ADJUVANS Partieel beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie bij volwassenen, adolescenten, kinderen en zuigelingen > 1 maand met epilepsie. Myoclone aanvallen bij volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder met juveniele myoclonische epilepsie. Primaire gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen bij volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder met idiopatische gegeneraliseerde epilepsie.
Monotherapie VOLWASSENEN EN ADOLESCENTEN > 16 JAAR Startdosering: 2 x 250 mg /dag, gedurende 2 weken. Onderhoudsdosering: 2 x 500 mg /dag. Indien nodig de dosis iedere twee weken verhogen met 250 mg 2 x /dag. Maximale dosis: 2 x 1500 mg /dag. Adjuvante therapie VOLWASSENEN EN KINDEREN > 12 JAAR en > 50 KG Startdosering: 2 x 500 mg /dag. In functie van de klinische respons en de verdraagbaarheid: verhogen naar 2x 1500 mg /dag. Verhoging of verlaging van de posologie: met stappen van 500 mg 2 x daags iedere 2-4 weken. KINDEREN VAN 6 MAANDEN - 17 JAAR en < 50 KG Gebruik de oplossing voor oraal gebruik indien: kind < 6 jaar, kind < 25 kg, dosis < 250 mg, de aanbevolen dosis geen veelvoud van 250 mg is, de patiënt geen tabletten kan slikken. Kind of adolescent > 25 kg. Startdosis: 250 mg, 2x daags. Maximale dosis: 750 mg, 2x daags. Kind of adolescent > of = 50 kg: volwassen posologie. KINDEREN VAN 1 - 6 MAANDEN Gebruik de drinkbare oplossing. Dosisaanpassingen De dagelijkse dosis moet individueel worden aangepast overeenkomstig de nierfunctie. Voor dosisaanpassingen op basis van het gewicht of de leeftijd: zie bijsluiter. Een dosisaanpassing is eveneens aangewezen bij ernstige leverinsufficiëntie. Toedieningswijze De tabletten met voldoende vloeistof innemen. Tijdens of buiten de maaltijd. De dagelijkse dosering in twee gelijke giften verdelen. Het stopzetten van de behandeling moet geleidelijk gebeuren.