1 druppel 2 x per dag in de conjunctivale zak van het (de) aangetaste oog (ogen).
Toedieningswijze
Als er nog een ander lokaal oogheelkundige middel gebruikt wordt, moet het andere middel worden toegediend met een interval van ten minste 10 minuten.
Patiënten moeten erop gewezen worden dat de punt van de druppelaar niet in contact met het oog of de omliggende structuren mag komen.
INSTRUCTIES
Was voor elk gebruik grondig uw handen en verwijder de dop van de tip van het flesje. Vermijd elk contact van de vingers met de tip van het flesje.
Om het pompsysteem te activeren, hou het flesje ondersteboven en druk enkele keren naar beneden tot de eerste druppel verschijnt. Dit is enkel nodig vóór het eerste gebruik en zal bij de volgende toedieningen niet meer nodig zijn.
Plaats uw duim op het hulpstuk bovenaan het flesje en uw wijsvinger op de bodem van het flesje. Plaats dan ook uw middelvinger op het tweede hulpstuk onderaan het flesje. Houd het flesje ondersteboven.
Voor gebruik, kantel uw hoofd lichtjes naar achter. Houd de tip van het flesje verticaal boven uw oog. Trek met de wijsvinger van uw andere hand het onderste ooglid zachtjes naar beneden. De zo vrijgekomen ruimte noemt men de conjunctivale zak. Vermijd contact van de tip van het flesje met uw vingers of het oog.
Duw kort en krachtig op het flesje om een druppel in de conjunctivale zak van het aangedane oog/de aangedane ogen aan te brengen.
Door nasolacrimale occlusie of het sluiten van de oogleden voor 2 minuten, wordt de systemische absorptie gereduceerd. Dit kan de systemische bijwerkingen verminderen en de lokale activiteit verhogen.
Sluit direct na gebruik de tip van het flesje af met de dop.
Zie patiëntenfolder "Oogdruppels en -zalven" op www.apb.be of via de farmaceutische zorg op http://www.delphicare.be
Behandeling van verhoogde intraoculaire druk bij openhoekglaucoom of pseudo-exfoliatief glaucoom als monotherapie met een oogheelkundige bètablokker niet voldoende is.
Vowassenen 1 druppel 2 x per dag in de conjunctivale zak van het (de) aangetaste oog (ogen). Toedieningswijze Als er nog een ander lokaal oogheelkundige middel gebruikt wordt, moet het andere middel worden toegediend met een interval van ten minste 10 minuten. Patiënten moeten erop gewezen worden dat de punt van de druppelaar niet in contact met het oog of de omliggende structuren mag komen. INSTRUCTIES Was voor elk gebruik grondig uw handen en verwijder de dop van de tip van het flesje. Vermijd elk contact van de vingers met de tip van het flesje. Om het pompsysteem te activeren, hou het flesje ondersteboven en druk enkele keren naar beneden tot de eerste druppel verschijnt. Dit is enkel nodig vóór het eerste gebruik en zal bij de volgende toedieningen niet meer nodig zijn. Plaats uw duim op het hulpstuk bovenaan het flesje en uw wijsvinger op de bodem van het flesje. Plaats dan ook uw middelvinger op het tweede hulpstuk onderaan het flesje. Houd het flesje ondersteboven. Voor gebruik, kantel uw hoofd lichtjes naar achter. Houd de tip van het flesje verticaal boven uw oog. Trek met de wijsvinger van uw andere hand het onderste ooglid zachtjes naar beneden. De zo vrijgekomen ruimte noemt men de conjunctivale zak. Vermijd contact van de tip van het flesje met uw vingers of het oog. Duw kort en krachtig op het flesje om een druppel in de conjunctivale zak van het aangedane oog/de aangedane ogen aan te brengen. Door nasolacrimale occlusie of het sluiten van de oogleden voor 2 minuten, wordt de systemische absorptie gereduceerd. Dit kan de systemische bijwerkingen verminderen en de lokale activiteit verhogen. Sluit direct na gebruik de tip van het flesje af met de dop. Zie patiëntenfolder "Oogdruppels en -zalven" op www.apb.be of via de farmaceutische zorg op http://www.delphicare.be
Welke stoffen zitten er in dit middel? De werkzame stoffen in dit middel zijn dorzolamide en timolol. Iedere ml bevat 20 mg dorzolamide (overeenkomend met 22,25 mg dorzolamidehydrochloride) en 5 mg timolol (overeenkomend met 6,83 mg timololmaleaat). De andere stoffen in dit middel zijn hydroxyethylcellulose, mannitol, natriumcitraat, natriumhydroxide voor pH-stelling en water voor injecties.