Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (één van) de in "Samenstelling" vermelde hulpstoffen. - Een bestaande respiratoire depressie, acuut alcoholisme, schedel- en hersentrauma's, coma en situaties waarbij een verhoogde intracraniale druk bestaat (vooral van toepassing indien Dipidolor buiten de anesthesie wordt gebruikt). - Het samen toedienen met MAO-remmers (tot 10 dagen na het stopzetten van die laatste) ). - Een abdominaal pijnsyndroom van onbekende oorsprong (uiteraard behalve indien Dipidolor preoperatief wordt gebruikt). - Dipidolor mag niet aan de moeder worden toegediend tijdens de borstvoeding. Als toediening van Dipidolor aan de moeder vereist is, dient de borstvoeding gestaakt te worden.
Pijn acute pijn (nier- en galkolieken) pre-, peri- en postoperatieve pijn hevige langdurige pijn, zoals terminale pijn door neoplasie of posttraumatische pijnen
Volwassenen IM injectie: 0,2 - 0,3 mg /kg 0,2 - 0,3 mg /kg Eventueel perioperatief 0,1 - 0,4 mg /kg IV bijspuiten of via perfusie IM injectie: 0,2 - 0,3 mg /kg Eventueel bijkomende injecties met min. 30 min. interval Niet tolerante patiënt: max. 80 mg /24 u, verdeeld over 4 giften Kinderen 0,25 mg/kg Max. 3 - 4 x / 24 uur Toedieningswijze IV, IM of SC