Tweedelijnsmonotherapie of adjuvante behandeling van gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen (grand mal) en partiële aanvallen. Preventie en behandeling van vroege aanvallen die optreden tijdens of na neurochirurgie en/of ernstig hoofdletsel. Diphantoïne mag nooit worden gebruikt om absences te behandelen.
De dosering dient individueel te worden ingesteld, aangezien er met dezelfde dosering grote verschillen in de fenytoïnespiegels van patiënten kunnen bestaan. Fenytoïne moet in het begin worden toegediend in lage doses met geleidelijke verhogingen totdat de aanvallen onder controle zijn gebracht of totdat er toxische effecten optreden. Voor optimale aanpassingen van de dosering worden bepalingen van de serumspiegels ten zeerste aanbevolen. De klinisch effectieve spiegel is meestal 10-20 µg/ml, hoewel sommige gevallen van tonisch-clonische aanvallen ook met lagere serumwaarden van fenytoïne onder controle kunnen worden gebracht. Er kan een periode van 7 tot 10 dagen nodig zijn om een evenwichtstoestand van de serumspiegels te bereiken. Veranderingen in de dosering mogen niet worden uitgevoerd met intervallen die korter zijn dan zeven tot tien dagen. De onderhoudsbehandeling dient de laagste dosis anticonvulsivum te zijn waarbij de aanvallen onder controle zijn. Fenytoïne natrium tabletten bevatten fenytoïne natrium. Hoewel 100 mg fenytoïne natrium overeenkomt met 92 mg fenytoïne qua moleculair gewicht, zijn de moleculaire equivalenten van verschillende merken niet noodzakelijk biologisch equivalent. Daarom dienen artsen voorzichtig te zijn in situaties waarin de toedieningsvorm gewijzigd moet worden, en wordt aangeraden om de serumspiegel te controleren (zie rubriek 4.4). Volwassenen: 2 tot 6 mg/kg per dag. De standaarddosis is 300 mg per dag. De maximale dagelijkse dosis voor volwassenen bedraagt 500 tot 600 mg per dag. In de meeste gevallen treden er vanaf 600 mg per dag bijwerkingen op vanwege de toxiciteit van het product. Pediatrische patiënten: pasgeborenen: 2,5 tot 5 mg/kg in 2 gelijk verdeelde doses per dag, aangepast indien nodig, met een maximum van 7,5 mg/kg per dag kinderen van 1 maand tot 12 jaar: 2,5 tot 5 mg/kg in 2 gelijk verdeelde doses per dag, aangepast indien nodig, met een maximum van 7,5 mg/kg per dag of 300 mg per dag kinderen van 12 jaar en ouder: zoals voor volwassenen (zie hierboven) Het is mogelijk dat tabletten geen geschikte farmaceutische vorm zijn voor kinderen jonger dan 6 jaar. Ouderen: 3 mg/kg als startdosis vanwege het afgenomen vermogen om geneesmiddelen te metaboliseren (zie rubriek 5.2). Daaropvolgende dosisaanpassingen op basis van de serumspiegels en de klinische respons. Bij de interpretatie van de geneesmiddelconcentraties dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid van een stijging in de ongebonden fractie van fenytoïne (zie rubriek 4.4). Genetisch polymorfisme en de farmacokinetiek van fenytoïne: CYP2C9 en CYP2C19 vertonen genetisch polymorfisme. CYP2C9*2 en CYP2C9*3 zijn de twee vaakst voorkomende allelische varianten die leiden tot een afname van het fenytoïnemetabolisme. Start met 75% en 50% van de standaarddosis voor respectievelijk matige (CYP2C9 *1/*2, *1/*3) en slechte metaboliseerders (CYP2C9 *2/*2, *2/*3, *3/*3). Pas de dosis vervolgens aan op basis van de serumspiegels en de klinische respons (zie rubriek 5.2). Obese patiënten: het distributievolume van fenytoïne stijgt met de mate van obesitas. Obese patiënten hebben hogere absolute oplaaddoses fenytoïne nodig om snel therapeutische serumspiegels te bereiken. Er wordt aanbevolen om de tabletten met een half glas water in te nemen. Het tijdstip en de manier van inname van fenytoïne dient te worden gestandaardiseerd en is over het algemeen het meest gunstig 1 uur vóór de maaltijd. In geval van maagirritatie is het innemen van fenytoïne samen met voedsel ook een mogelijkheid. Het aantal dagelijkse doses is bepaald op 2 of 3. Dit is in sterke mate afhankelijk van het metabolisme van iedere patiënt afzonderlijk en van de duur van de behandeling. Over het algemeen dient de behandeling te worden gestart met toediening verdeeld over drie doses. Afhankelijk van de evolutie van de aanvallen of het verdere verloop van het eeg dat op verschillende tijdstippen van de dag wordt gemaakt, wordt het tijdstip v