Intrathecale toediening - Intraveneuze toediening - Intranasale en oftalmische toediening en diverse injectieplaatsen (schedelhuid, orofarynx, ganglion sphenopalatinus) - Systemische schimmelinfecties - Overgevoeligheid voor methylprednisolonacetaat, voor lidocaïnehydrochloride, voor één van de in "Samenstelling" vermelde hulpstoffen van DEPO-MEDROL + Lidocaïne of voor lokale anesthetica van het amide type.
synovitis bij osteoartriti reumatoïde artriti acute en subacute bursiti acute artritis bij jich epicondyliti acute aspecifieke tenosynoviti posttraumatische osteoartriti
De dosis voor intra-articulaire toediening hangt af van de grootte van het gewricht en varieert naargelang van de ernst van de toestand van elke individuele patiënt Knieën, enkels, schouders: 20 tot 80 mg Ellebogen, polsen: 10 tot 40 mg Metacarpofalangeaal, intrafalangeaal, sternoclaviculair, acromioclaviculair: 4 tot 10 mg Toedieningswijz Een steriele naald 20 tot 24 gauge (op een lege injectiespuit) wordt snel in de synoviale holte ingebracht Wanneer de naald op haar plaats zit, de aspiratiespuit verwijderen en vervangen door een tweede spuit met de gewenste hoeveelheid DEPO-MEDROL + Lidocaïne. Een weinig synoviaal vocht optrekken om zich ervan te vergewissen dat de naald nog steeds op haar plaats in de synoviale holte zit. Na injectie, het gewricht enkele keren zacht bewegen om de vermenging van synoviaal vocht en suspensie te bevorderen. De injectieplaats daarna met een steriel verbandje bedekken Toedieningswijz De injectieplaats moet zorgvuldig worden gereinigd en geïnfiltreerd met een oplossing à 1% procaïnehydrochloride. Met een lege spuit (naald kaliber 20 tot 24) wordt het vocht uit de bursa geaspireerd. Terwijl de naald ter plaatse blijft wordt de aspiratiespuit vervangen door een spuitje dat de gewenste dosis bevat. Na injectie wordt de naald verwijderd en wordt een verbandje aangelegd Naargelang van de ernst van de aandoening kan de dosis variëren van 4 tot 30 mg. Bij recurrerende of chronische gevallen kunnen herhaalde inspuitingen noodzakelijk blijken Bij tendinitis of tenosynovitis: suspensie in de peesschede en niet in de pees zelf inspuiten. Bij epicondylitis: suspensie in de pijnlijkste plek inspuiten