DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG Analgesie Honden: 0,5 tot 1 mg methadonhydrochloride per kg lichaamsgewicht, subcutaan, intramusculair of intraveneus (dit komt overeen met 0,05 tot 0,1 ml/kg) Katten: 0,3 tot 0,6 mg per kg lichaamsgewicht, intramusculair (dit komt overeen met 0,03 tot 0,06 ml/kg). Om bij katten voor een nauwkeurige dosering te zorgen, dient een injectiespuit met passende schaalverdeling te worden gebruikt om het product toe te dienen. Aangezien de individuele reactie op methadon kan verschillen en deels afhangt van de dosering, de leeftijd van de patiënt, individuele verschillen qua pijngevoeligheid en de algemene conditie, moet het optimale doseerregime individueel worden bepaald. Bij honden begint het middel te werken 1 uur na subcutane toediening, ongeveer 15 minuten na intramusculaire injectie en binnen 10 minuten na intraveneuze injectie. Na een intramusculaire of intraveneuze toediening houdt de werking ongeveer 4 uur aan. Bij katten begint het middel 15 minuten na toediening te werken en de werking houdt gemiddeld 4 uur aan. Het dier dient regelmatig onderzocht te worden om te bepalen of aanvullende analgesie al dan niet vereist is. Premedicatie en/of neuroleptanalgesie **Honden: ** Methadon HCl 0,5-1 mg/kg, IV, SC of IM Combinaties zoals bv.: Methadon HCl 0,5 mg/kg, IV + bv. midazolam of diazepam Inductie met propofol, onderhoud met isofluraan in zuurstof. Methadon HCl 0,5 mg/kg + bv. acepromazine Inductie met thiopental of propofol op effect, onderhoud met isofluraan in zuurstof, of inductie met diazepam en ketamine Methadon HCl 0,5 -1,0 mg/kg, IV of IM + α2-agonist (bv. xylazine of medetomidine) Inductie met propofol, onderhoud met isofluraan in combinatie met fentanyl of totale intraveneuze anesthesie (TIVA): onderhoud met propofol in combinatie met fentanyl TIVA protocol: inductie met propofol, op effect. Onderhoud met propofol en remifentanil De chemisch-fysische compatibiliteit is enkel bewezen voor verdunningen van 1:5 met de volgende infuusoplossingen: natrium chloride 0,9%, Ringer-oplossing, en glucose 5%. **Katten: ** Methadon HCI 0,3-0,6 mg/kg, IM Inductie met benzodiazepine (bv. Midazolam) en dissociativa (bv. Ketamine) Met een kalmerend middel (bv. Acepromazine) en NSDAID (meloxicam) of Sedativum (bv.α -agonisten) Inductie met propofol, onderhoudstoediening met isofluraan in zuurstof. De dosering is afhankelijk van de gewenste graad van analgesie en sedatie, de gewenste duur van de werking en het gelijktijdig gebruik van andere analgetica en anesthetica. Bij een gecombineerd gebruik met andere middelen kan een lagere dosering worden gebruikt. Voor een veilig gebruik met andere farmaceutica wordt naar de relevante productliteratuur verwezen. WACHTTERMIJN Niet van toepassing.