Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de in "Samenstelling"vermelde hulpstoffen. MAO-remmers (mono-amino-oxidase inhibitoren) Citalopram mag niet worden voorgeschreven voor patiënten die worden behandeld met mono-amino-oxidase inhibitoren (MAOI). Dit geldt eveneens voor selegiline aan een dosis van meer dan 10 mg per dag. Citalopram mag slechts gestart worden 14 dagen na het stopzetten van een behandeling met irreversibele MAOI. Voor reversibele MAOI, moet de wachttijd gerespecteerd worden zoals voorgeschreven in de bijsluiter van dit product. Na het stoppen van de inname van citalopram, moet een wachttijd van 7 dagen gerespecteerd worden alvorens te starten met een behandeling met MAOI) Citalopram is tegenaangewezen in combinatie met linezolide, tenzij de maatregelen genomen worden voor een nauwgezette opvolging en monitoring van de bloeddruk) Citalopram is tegenaangewezen bij patiënten met een gekende QT-verlenging of een congenitaal lang QT-syndroom. Citalopram is tegenaangewezen bij gelijktijdige inname van geneesmiddelen gekend om het QT-interval te verlengen). De tabletten bevatten lactosemonohydraat. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, Lapp lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken..
Volwassenen Startdosering: 20 mg/dag De dosis wordt na 2 weken trapsgewijs opgedreven tot 40 mg/dag Startdosering: 10 mg (1/2 tablet) per dag gedurende één week, daarna 20 mg/dag Optimale dosering: 20 mg tot 30 mg/dag Maximale dosering: 40 mg/dag Startdosering: 20 mg/dag De dosis wordt trapsgewijs opgedreven tot 40 mg/dag Toedieningswijze Eenmaal daags, op om het even welk moment van de dag Tijdens of buiten de maaltijden