Dit middel wordt gebruikt: als bron van suiker (koolhydraten) alleen of, indien nodig, tijdens parenterale voeding. Parenterale voeding wordt gebruikt om patiënten te voeden die zelf niet kunnen eten. Het wordt toegediend als een langzame injectie (infusie) via een ader. om een laag bloedsuikergehalte te voorkomen of te behandelen (hypoglykemie die verschijnselen veroorzaakt, maar niet levensbedreigend is). om u extra vocht toe te dienen als uw lichaam niet voldoende water bevat (u bent gedehydrateerd) en als u extra suiker (koolhydraten) nodig heeft. om andere geneesmiddelen die via een ader worden toegediend, waterig te maken/te verdunnen.
Dit middel wordt door een arts of verpleegkundige toegediend. Uw arts beslist hoeveel u nodig heeft en wanneer het aan u toegediend wordt, wat afhankelijk is van uw leeftijd, gewicht, toestand en de reden voor de behandeling. De dosering kan ook afhankelijk zijn van andere gelijktijdige behandelingen. Dit middel mag NIET worden toegediend als de oplossing deeltjes bevat of de zak op een of andere manier beschadigd is. Dit middel wordt doorgaans in een ader toegediend via een plastic slangetje dat bevestigd is aan een naald. Meestal wordt een ader in uw arm gebruikt om de oplossing voor infusie toe te dienen. Het is echter mogelijk dat uw arts beslist om u het geneesmiddel te geven via een andere toedieningsweg. Vóór en tijdens de infusie zal uw arts de volgende zaken opvolgen: - volume lichaamsvocht - de zuurgraad van uw bloed en urine - de hoeveelheid elektrolyten in uw lichaam (voornamelijk natrium, bij patiënten met hoge waarden van het hormoon vasopressine of bij patiënten die andere geneesmiddelen nemen die de werking van vasopressine verhogen). Niet-gebruikte oplossing moet worden vernietigd. Dit middel mag NIET worden toegediend uit een gedeeltelijk gebruikte zak.
De werkzame stof in dit middel is glucose (als monohydraat): 100 g per liter. De enige andere stof in dit middel is water voor injecties. Samenstelling per 250 ml Glucose (als monohydraat): 25 g Samenstelling per 500 ml Glucose (als monohydraat): 50 g Samenstelling per 1000 ml Glucose (als monohydraat): 100 g