Zuigelingen (2 tot 5 maanden) PRIMAIRE IMMUNISATIE
3 doses, elk van 0,5 ml:
Eerste dosis: een leeftijd van 2 maanden.
Intervallen: > of = 1 maand.
BOOSTER
Tussen 12 en 15 maanden.
Zuigelingen en kinderen (6 maand tot 10 jaar) PRIMAIRE IMMUNISATIE (bij niet gevaccineerden)
2 doses, elk van 0,5 ml:
Intervallen: > of = 2 maanden.
BOOSTER
Zuigelingen van 6 tot en met 11 maanden: één dosis in het tweede levensjaar met een interval van minimaal 2 maanden tussen de primaire serie en de boosterdosis.
Kinderen van 12 tot en met 23 maanden: één dosis met een interval van 12 tot en met 23 maanden tussen de primaire serie en de boosterdosis.
Kinderen van 2 tot en met 10 jaar: noodzaak niet vastgesteld.
Adolescenten (> 11 jaar) en volwassenen PRIMAIRE IMMUNISATIE
2 doses, elk van 0,5 ml:
Intervallen: > of = 1 maand.
BOOSTER
Noodzaak niet vastgesteld.
Toedieningswijze
Diepe intramusculaire injectie.
Bij voorkeur in het anterolaterale gedeelte van de dij bij zuigelingen, of in de streek van de deltaspier van de bovenarm bij oudere personen.
Als meer dan één vaccin tegelijk wordt toegediend, moeten afzonderlijke injectieplaatsen worden gebruikt.
Het vaccin mag niet intraveneus, subcutaan of intradermaal worden toegediend, en mag niet worden gemengd met andere vaccins in dezelfde spuit.
Voor gebruik de voorgevulde spuit goed schudden om een homogene suspensie te verkrijgen.
Vaccinatie tegen Neisseria meningitidis groep B Actieve immunisatie van personen van 2 maanden en ouder tegen invasieve meningokokkenziekte veroorzaakt door Neisseria meningitidis groep B. Bij het vaccineren moet rekening worden gehouden met het effect van invasieve ziekte bij verschillende leeftijdsgroepen, evenals met de variabiliteit van de epidemiologie van antigenen voor groep B-stammen in verschillende geografische gebieden. Dit vaccin dient te worden gebruikt in overeenstemming met officiële aanbevelingen.
Zuigelingen (2 tot 5 maanden) PRIMAIRE IMMUNISATIE 3 doses, elk van 0,5 ml: Eerste dosis: een leeftijd van 2 maanden. Intervallen: > of = 1 maand. BOOSTER Tussen 12 en 15 maanden. Zuigelingen en kinderen (6 maand tot 10 jaar) PRIMAIRE IMMUNISATIE (bij niet gevaccineerden) Adolescenten (> 11 jaar) en volwassenen PRIMAIRE IMMUNISATIE 2 doses, elk van 0,5 ml: Intervallen: > of = 1 maand. BOOSTER Noodzaak niet vastgesteld. 2 doses, elk van 0,5 ml: Intervallen: > of = 2 maanden. BOOSTER Zuigelingen van 6 tot en met 11 maanden: één dosis in het tweede levensjaar met een interval van minimaal 2 maanden tussen de primaire serie en de boosterdosis. Kinderen van 12 tot en met 23 maanden: één dosis met een interval van 12 tot en met 23 maanden tussen de primaire serie en de boosterdosis. Kinderen van 2 tot en met 10 jaar: noodzaak niet vastgesteld. Toedieningswijze Diepe intramusculaire injectie. Bij voorkeur in het anterolaterale gedeelte van de dij bij zuigelingen, of in de streek van de deltaspier van de bovenarm bij oudere personen. Als meer dan één vaccin tegelijk wordt toegediend, moeten afzonderlijke injectieplaatsen worden gebruikt. Het vaccin mag niet intraveneus, subcutaan of intradermaal worden toegediend, en mag niet worden gemengd met andere vaccins in dezelfde spuit. Voor gebruik de voorgevulde spuit goed schudden om een homogene suspensie te verkrijgen.