Doeldier : honden Voor honden die lijden aan, of risico lopen op, gemengde parasitaire infecties: • de preventie en behandeling van vlooienbesmetting (Ctenocephalides felis) • de behandeling van bijtende luizen (Trichodectes canis), • de behandeling van oormijtinfestatie (Otodectes cynotis), schurft (veroorzaakt door Sarcoptes scabiei var. canis), demodicosis (veroorzaakt door Demodex canis), • de preventie van hartworm (L3 en L4 larven van Dirofilaria immitis), • de behandeling van circulerende microfilariae (Dirofilaria immitis), • de behandeling van cutane dirofilariosis (volwassen stadia van Dirofilaria repens), • de preventie van cutane dirofilariosis (L3 larven van Dirofilaria repens), • de vermindering van circulerende microfilariae (Dirofilaria repens), • de preventie van Angiostrongylus vasorum (angiostrongylosis) (L4 larven en onvolgroeide stadia), • de behandeling van Angiostrongylus vasorum en Crenosoma vulpis • de preventie van spirocercosis (Spirocerca lupi), • de behandeling van Eucoleus (syn. Capillaria) boehmi (volwassen stadia), • de behandeling van de oogworm Thelazia callipaeda (volwassen stadia), • de behandeling van infecties met gastro-intestinale nematoden (L4 larven, onvolgroeide en volwassen stadia van Toxocara canis, Ancylostoma caninum en Uncinaria stenocephala, volwassen Toxascaris leonina en Trichuris vulpis). Het diergeneesmiddel kan gebruikt worden als onderdeel van een behandelingsstrategie tegen door vlooien veroorzaakte allergische dermatitis (FAD).
Om een juiste dosering te waarborgen dient het lichaamsgewicht zo nauwkeurig mogelijk bepaald te worden. Doseringsschema bij katten: De aanbevolen minimumdosis bedraagt 10 mg/kg lichaamsgewicht imidacloprid en 1,0 mg/kg lichaamsgewicht moxidectine, overeenkomend met 0,1 ml/kg lichaamsgewicht van het diergeneesmiddel voor katten. Voor de behandeling of preventie van infestaties met parasieten waarvoor dit diergeneesmiddel bedoeld is, dient het gebruik en de frequentie van herbehandeling te worden gebaseerd op professioneel advies en moet de lokale epidemiologische situatie en de levensstijl van het dier in beschouwing worden genomen. Gewicht kat [kg] Te gebruiken pipet Volume [ml] Imidacloprid [mg/kg lichaamsgewic ht] Moxidectine [mg/kg lichaamsgewic ht] 4 kg Advocate voor kleine katten 0,4 minimaal 10 minimaal 1 4–8 kg Advocate voor grote katten 0,8 10–20 1–2 8 kg de geschikte combinatie van pipetten gebruiken Vlooienbestrijding en preventie (Ctenocephalides felis) Eén behandeling voorkomt verdere vlooienbesmetting gedurende 4 weken. Aanwezige poppen in de omgeving kunnen nog uitkomen gedurende 6 weken of langer nadat de behandeling werd gestart, afhankelijk van de klimaatcondities. Daarom kan het noodzakelijk zijn om de behandeling van het diergeneesmiddel te combineren met een omgevingsbehandeling teneinde de vlo cyclus in de omgeving te onderbreken. Dit kan resulteren in een snellere afname van de vlooienpopulatie in huis. Het diergeneesmiddel dient maandelijks te worden toegediend wanneer het gebruikt wordt als onderdeel van een behandelingsstrategie tegen door vlooien veroorzaakte allergische dermatitis (FAD). Behandeling van oormijtinfestatie (Otodectes cynotis) Het diergeneesmiddel dient eenmalig toegediend te worden. Controle door de dierenarts 30 dagen na de behandeling wordt aanbevolen, omdat bij sommige dieren een tweede behandeling nodig kan zijn. Niet direct in het oorkanaal toedienen. Behandeling van notoedrische schurft (Notoedres cati) Een enkele dosis van het diergeneesmiddel dient te worden toegediend. Behandeling van de longworm Eucoleus aerophilus (syn. Capillaria aerophila) (volwassen stadia) Een enkele dosis van het diergeneesmiddel dient te worden toegediend.